Eerste werkatelier Werken met Waterlandschappen in Zeeuws-Vlaanderen
Er was geen betere locatie denkbaar voor het eerste werkatelier van Werken met Waterlandschappen dan het Kustlaboratorium in Waterdunen. Het nieuwe natuur- en recreatiegebied bij Breskens opende in oktober. Het is een voorbeeld van een gebied waar waterveiligheid, recreatie, natuurbeheer en -ontwikkeling samenkomen. Het gebied in Zeeuws-Vlaanderen vormde daarmee een goede inspiratiebron voor de deelnemers aan het eerste werkatelier van de living lab ‘Waterkerende landschappen’ op 13 tot en met 15 oktober 2021.
In het vierjarige project Werken met Waterlandschappen kijken kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en ondernemers of nieuwe, natuurinclusieve inrichting van kust- en riviergebieden kan samengaan met maatschappelijke verdienmodellen op het gebied van recreatie, landgebruik en waterbouw. Dat gebeurt in twee living labs: ‘Waterkerende landschappen’ en ‘De recreatieve achteroever’. Het is voor het eerst dat economisch (mede)gebruik van dit soort kustgebieden centraal staat in plaats van publieke taken, zoals kustveiligheid en het behouden van biodiversiteit.
Mooi en noodzakelijk
Onderzoeker Mascha Dedert van het HZ University of Applied Sciences-lectoraat Building with Nature ziet het als een mooi en noodzakelijk project. “Zeeland ligt laag en de bodem daalt nog steeds. Als je dat in relatie neemt tot klimaatverandering en zeespiegelstijging, dan snapt iedereen dat er iets moet gebeuren. We kunnen onze voeten zeker droog houden. Technisch is veel mogelijk, maar het gaat op termijn wel ten koste van de leefbaarheid”, vertelt ze. “We hebben nu nog de kans om andere manieren te vinden en veiligheid te combineren met natuurontwikkeling, recreatie en landbouw.”
Zo’n andere manier vind je alleen als je zoveel mogelijk belanghebbenden betrekt in het proces. Juist dat is in het verleden een lastige opgave gebleken. Werken met Waterlandschappen hoopt daarin verandering te brengen. “We willen alle betrokkenen meekrijgen en kijken wat er mogelijk is in waterkerende landschappen. Door maatschappelijke businessmodellen voor dit soort gebieden te ontwikkelen, kunnen we laten zien dat er meer kan door de juiste combinatie van gebruiksfuncties.”
Binnen het project Werken met Waterlandschappen concentreert de living lab ‘Waterkerende landschappen’ zich in eerste instantie op de Zeeuwse Delta, waar intergetijdengebieden worden hersteld, en de Eems-Dollard in Groningen, waar een deel van de kustzone klimaatadaptief wordt ingericht. In een volgende fase van het project kijken de deelnemers of hun ideeën en modellen ook toe te passen zijn in de rest van Nederland. De ideeën ontstaan tijdens de werkateliers. Hier wisselen de deelnemers kennis en ervaringen uit.
Rondleiding
Deelnemers aan het werkatelier kregen op de eerste dag een rondleiding door Waterdunen van Nanda van de Berg van Het Zeeuws Landschap. Ook maakten ze kennis met elkaar en Zeeland en Groningen, keken ze of iedereen hetzelfde met het project voor ogen heeft en luisterden ze naar de presentatie van Ageeth van Maldegem van het HZ Kenniscentrum Ondernemen en Innoveren. Zij ging nader in op de economische kant van een waterkerend landschap. Ze benadrukte onder meer het belang van het gesprek met alle stakeholders, zodat je in de nieuwe businessmodellen samen een balans kunt vinden tussen financiële, sociale, ecologische en culturele waarden. Na een excursie naar Het Zwin werd op de tweede dag teruggeblikt op de presentatie en gediscussieerd over een gezamenlijke taal die iedereen snapt en waarin iedereen zich kan vinden. De deelnemers introduceerden onder meer de term ‘maatschappelijk businessmodel’ in plaats van ‘verdienmodel’.
Proeftuinen
Aan het einde van de tweede dag gingen de deelnemers op zoek naar mogelijke proeftuinen in Zeeland en Groningen. Dit zijn gebieden waarop de onderzoekers zich de komende vier jaar zouden kunnen focussen en waar ze kunnen kijken of de ideeën uit de ateliers toepasbaar zijn in de praktijk. Voor Groningen kwamen de gebieden het Lage Midden, ten zuiden van Delfzijl, en de kustzone tussen Noordpolderzijl en Lauwersmeer als geschikt naar boven. In Zeeland zijn de inlagen tussen Serooskerke en Zierikzee en het gebied aan de zuidzijde van de Zak van Beveland interessant. “We zijn deze gebieden nu aan het vergelijken en gaan vanaf 2022 onderzoek doen naar nieuwe maatschappelijke businessmodellen in één of twee van deze waterlandschappen”, aldus Mascha Dedert.
Volgend jaar zijn er opnieuw werkateliers, zowel in Zeeland als Groningen.