Het twinning werkatelier in Groningen; van elkaar leren en elkaar inspireren

Hoe richten we Nederland klimaatbestendig in en op zo’n wijze dat meerwaarde gecreëerd wordt voor verschillende stakeholders? Van 7-9 november 2022 ging een gemêleerd gezelschap aan de slag om mogelijkheden voor waardecreatie voor waterkerende landschappen uit te werken voor de Groningse kuststrook.

Hetzelfde vraagstuk stond eerder al centraal tijdens werkateliers van het Werken met Waterlandschappen project in Zeeland. Maar in Groningen speelt deze vraag net zo goed. Ook hier wordt gewerkt aan maatregelen en bewustwording van bevolking en organisaties. Provincie Groningen en Waterschap Noorderzijlvest zijn aangesloten bij het Werken met Waterlandschappenproject met als doel het leren en inspireren van elkaar. Vanuit de eigen problematiek en opgaven, maar ook met veel overeenkomsten met de Zeeuwse situatie. De gevolgen van zeespiegelstijging, verzilting, de natuuropgave en bewoonbaarheid van het gebied op termijn; al deze onderwerpen kwamen aan bod tijdens het werkatelier Groningen op locatie Wongema in Hornhuizen afgelopen november. Vlak achter de dijk met de Waddenzee ging een gemêleerd gezelschap van deelnemers aan de slag om mogelijkheden voor waardecreatie voor waterkerende landschappen uit te werken voor de Groningse kuststrook.

De brainstorm-muur tijdens het werkatelier in Groningen. (Foto: Jeroen Veraart)

Ontstaansgeschiedenis, ideeën en initiatieven in de regio

Na een eerste kennismaking en introductie maakte het werkatelier een vliegende start met een presentatie over een initiatief door een boer uit het gebied. Als boer met grond pal achter de dijk en ook een kwelder (schor in het Zeeuws) in eigendom, zou hij graag bijdragen aan verdere natuurontwikkeling buitendijks en daarmee aan de waterveiligheid. Een actueel onderwerp, net als in Zeeland. Na de presentatie volgde dan ook een levendige discussie. De karakteristieke ontstaansgeschiedenis van het gebied, met opeenvolgende inpolderingen van kwelders, die nog duidelijk zijn terug te vinden op hoogtekaarten, zijn bepalend voor de inrichting en gebruik van het gebied. Woonkernen concentreren zich op de dijken die werden aangelegd voor de inpoldering en de aardappelpootteelt is vanwege de goede bodemkwaliteit en aanlandige wind die plagen voorkomt een speler op wereldschaal.

De locatie was een uitgelezen uitvalsbasis om het gebied verder te verkennen. In de middag van de eerste dag van het werkatelier werd met een lunch in de bus, onder toelichting van Gert Noordhoff en Jan-Willem Nieuwenhuis, afgereisd naar de Eemshaven. Vanuit hier werd onder andere een natuurontwikkelingsproject in de Eemshaven, de locatie van het dubbele dijken project in Bierum en een golfkracht meetpilot bezocht. Technische en procesmatige onderwerpen kwamen uitgebreid aan bod. De excursie gaf inspiratie voor de verdere uitwerking van kansen voor waardecreatie in het Groninger kustgebied die in de ochtend in deelgroepjes en plenair waren uitgedacht. De dag werd afgesloten met een presentatie door Jan-Willem Nieuwenhuis over hergebruik van slib.

Excursiepunt tijdens het werkatelier in Groningen. (Foto: Mascha Dedert)

Walhalla voor aardappelpootteelt en creatieve waardecreatiemodellen

Op dag twee van het werkatelier werden waardecreatiemodellen verder uitgewerkt en geclusterd rondom bepaalde thema’s. Zo werden creatieve benamingen als ‘De Zoethouder’, ‘Wad ’n Wereld’ en ‘In de Kleischil’ gegeven aan modellen rondom zoetwaterberging in combinatie met natuur en landbouw, beleving van het cultuurlandschap en verduurzaming van de landbouw. In de middag werd een bezoek gebracht aan een aardappelpootteler in het gebied. De zoon van de ondernemer vertelde trots:

‘Een hectare pootaardappelen kan ruim 70.000 mensen voeden in andere werelddelen. De zeewind en zavelgronden in dit gebied maken dit gebied zeer geschikt voor de teelt van pootaardappelen, bijna nergens anders in de wereld zijn er zulke gunstige teeltcondities.’

De boerenfamilie lichtte toe hoe beperkende regelgeving de initiatieven remt om kringlopen te sluiten, zoals het uitwisselen van mest en restproducten met veehouderijen in het gebied. Droogte en de ontwikkeling van zilte teelten zijn uitdagingen, onder andere omdat plantenveredeling voor zilte teelten jaren van werk vraagt. Toch blijft de familie optimistisch. Nieuwe producten en innovatie zullen nieuwe kansen en mogelijkheden bieden. In het voorjaar van 2023 volgt een vervolgbijeenkomst. Hierin zullen de verschillende geclusterde ideeën voor maatschappelijke waardecreatie verder worden uitgewerkt.