Living Lab ‘Recreatieve achteroever’
De Koopmanspolder is een achteroever: een extra oeverzone voor het IJsselmeer aan de achterzijde van de dijk. Aan de waterzijde van het IJsselmeer is een vooroever aangelegd.
Tijdens de inrichting van dit gebied en de eerste beheerfase werd gekeken naar de ontwikkeling van de natuur. Wat blijkt? De omgevingskwaliteit voor bewoners uit Andijk groeit en de polder is geschikt voor het bergen van overtollig water. Ook de biodiversiteit is toegenomen. De zomers van 2018 tot en met 2020 toonden aan dat het vasthouden van water in dit type polder belangrijk kan zijn voor omliggende agrarische percelen of stedelijk groen. Droogte en verzilting liggen op de loer.
De inrichting van het gebied is nog niet definitief. Door aangelegde deelsystemen met elkaar te verbinden, moet een goed functionerend, duurzaam en ecologisch geheel ontstaan. De deelsystemen zijn: de ondiepe zone in het IJsselmeer, een buitendijkse vooroever en de achteroever (Koopmanspolder). Het vierde deelsysteem ontstaat binnenkort, als de voormalige ‘zwemkom’ in verbinding komt te staan met de achteroever (zie kaart). Het idee is om de zwemkom, die nu nog in open verbinding staat met het IJsselmeer, (tijdelijk) afsluitbaar te maken. We onderzoeken de optimale wisselwerking tussen de deelsystemen, ten behoeve van recreatief gebruik en de ecologie.
Nu nog onbenutte potenties voor gebruikers
De Koopmanspolder (en veel andere gebieden achter de dijken van het IJsselmeergebied) heeft potentie voor recreatie en nieuwe vormen van landbouw, waarbij gebruik gemaakt wordt van ecosysteemdiensten.
Ecosysteemdiensten, zoals het vasthouden van water, koolstof en stikstof in bodem en biomassa, kunnen in dit gebied onderdeel worden van het verdienmodel voor ondernemers die werkzaam zijn langs de kusten van het IJsselmeergebied.
Kennisvragen
- In de living lab ‘Recreatieve achteroever’ staan meerdere kennisvragen centraal:
Wat kan een achteroever betekenen voor het robuust functioneren van de meren in het IJsselmeergebied en de aanwezigheid van voldoende waterplanten, invertebraten en vis, die benodigd zijn voor zowel de diersoorten op hoger trofisch niveau als de sportvisserij in en om het IJssel- en Markermeer? - Welke ontwerpprincipes kan je optimaliseren, met als doel het inrichtingsconcept ook op andere plekken in het IJsselmeer toe te passen?
- Hoe kan je dit inrichtingsconcept ruimtelijk-economisch inpassen, in het bijzonder in relatie tot de belevingseconomie (recreatie, sportvisserij en vrije tijd)? Welke kennis is er over succes- en faalfactoren in het gebiedsproces uit voorgaande vergelijkbare projecten die in het IJsselmeergebied zijn uitgevoerd?
Aanpak
De eerste kennisvraag is gericht op ecologisch onderzoek: de groei en overleving van vislarven, zoöplankton, vegetatie en bodemleven als voedselbron voor vis en vogels. Wat betekent de productie van deze voedselbronnen voor bijvoorbeeld de kleinschalige (sport)visserij? Om antwoord te geven op deze kennisvraag ontwikkelen we een adaptief monitoringsprogramma.
Het veldwerk wordt mede uitgevoerd door scholieren, studenten en vrijwilligers die affiniteit hebben met recreatie, waterbouw en/of de natuursector. Ook de organisaties die verantwoordelijk zijn voor het beheer en de reguliere monitoring van de Koopmanspolder betrekken we intensief bij het veldwerk. Dat zijn Staatsbosbeheer, de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging (KNNV) en advies- en ingenieursbureau Witteveen en Bos.
De tweede kennisvraag gaat een stap verder. Samen met ondernemers formuleren we ideeën voor de inrichting van de achteroever. Hoe kan de achteroever aantrekkelijker gemaakt worden voor recreatie, sportvisserij en de overige belevingseconomie? Succes- en faalfactoren zetten we op een rij, zodat toekomstige inrichtingsprojecten daarvan kunnen profiteren en leren.
Contactpersoon living lab ‘Recreatieve achteroever’: Jeroen Veraart.
Koopmanspolder
Het bemonsteren van het bodemleven in de ‘zwemkom’ bij de Koopmanspolder