Veel energie tijdens eerste bootcamp Waterlandschappen
Op dinsdag 16 november was de eerste bootcamp van Werken met Waterlandschappen. De online bijeenkomst bracht zo’n dertig professionals bijeen van overheden, onderzoeksinstellingen, bedrijven en maatschappelijke organisaties. Zij bespraken de voortgang in de twee living labs – ‘De recreatieve achteroever’ en ‘Waterkerende landschappen’ – en wat we daarvan kunnen leren voor andere initiatieven. Centraal stonden ondernemers uit twee sectoren die belangrijk zijn voor Werken met Waterlandschappen: de waterbouw en de recreatie.
De bijeenkomst was georganiseerd door Deltares, HZ University of Applied Sciences en Wageningen UR, namens de overige partijen van Werken met Waterlandschappen.
De deelnemers bespraken de eerste resultaten uit het driedaags ontwerpatelier waarin betrokkenen uit Zeeland en Groningen ervaringen uitwisselden over waterkerende landschappen. Ook was er aandacht voor de eerste praktische resultaten in de Koopmanspolder.
Ondernemers aan het woord
Vervolgens stonden ter inspiratie twee keynotes op het programma. David de Boer (Flux Landscape Architecture) besprak zijn afstudeeronderzoek Solarchipelago, een perspectief voor het IJmeer met slimme combinaties van natuurontwikkeling, energie en infrastructuur. Bas Roels (WWF) vertelde over de meerwaarde van dubbele dijken en mogelijke verdienmodellen. Beide projecten lieten zien hoe je verschillende belangen en stakeholders, publiek en privaat, bij elkaar kunt brengen om gezamenlijk meerwaarde te realiseren en tegelijkertijd kansen te creëren voor natuurbescherming en -herstel.
In drie deelsessies bespraken de deelnemers drie thema’s die bij al deze projecten van belang zijn: milieuvragen rond het hergebruik van slib, toegelicht door Gijsbert Roos (Boskalis); exploitatierechten op het water, toegelicht door Marco Schut (Bovisie); en kwantificering van effect en impact, toegelicht door Marleen Maarleveld (Waterrecreatie Nederland).
Lokale belangen meewegen
“Slib wordt nu vaak als afval gezien”, zei Joost Stronkhorst (HZ) tijdens de plenaire afsluiting, “terwijl je daarin best meer kunt differentiëren. Er is ruimte om bepaalde soorten slib te gebruiken voor het ophogen van grond, zonder dat dat ten koste gaat van het milieu. Maar daarvoor moet er nog wel veel gebeuren aan de proceskant. Zorg dat je alle actoren van tevoren goed in beeld brengt, en dat je op tijd in gesprek gaat met de betreffende overheden.”
“Het is lastig sociale waarden goed in beeld te brengen”, benadrukte Lieke Hüsken (Deltares). “Het is geen keiharde wetenschap, en dat wringt wanneer je die waarden wilt afzetten tegen bijvoorbeeld economische waarden. Daarvoor zijn veel instrumenten, en maar weinig richtlijnen. Daar hebben ook ondernemers last van. En dat terwijl het heel belangrijk is dat je lokale baten vroegtijdig laat meewegen.”
Heleen Vreugdenhil (Deltares) benoemde een andere uitdaging in de context van de achteroevers. “Zo’n project trekt vaak lokale mensen en bedrijvigheid aan”, zei ze. “Problematisch is dat een dergelijk proces niet past bij hoe overheden werken: die werken vaak met aanbestedingen. Daarbij vallen lokale projecten vaak buiten de boot. Dat is een zoektocht: hoe vind je nu wél die aansluiting? En wat zijn de verdienmodellen?”
Breder toepassen
De sfeer was goed tijdens de bijeenkomst, aldus verschillende deelnemers. “De energie spatte van de tafel af. We hebben leuke discussies gehad”, zei Heleen Vreugdenhil in haar afsluiting. Dat vond ook organisator Jeroen Veraart (Wageningen UR). “Er was opvallend veel interactie, ook via de chat”, zegt hij in een reactie achteraf. “We waren van tevoren wat onzeker: begrijpen de deelnemers wel wat we willen? Die twijfel bleek onnodig: alle partijen deden actief mee. Ook grote bedrijven, waarvoor het soms lastig is zich vrij uit te spreken tijdens dit soort sessies. Tijdens deze bijeenkomst traden ze actief op de voorgrond en durfden ze ook echt die spanning op te zoeken tussen publiek en privaat. Dat had ik niet verwacht.”
Een belangrijk doel van de bootcamp was het boven water krijgen van algemene leerpunten, om daarmee ook andere Living labs vooruit te helpen. “En ook grotere beleidsinitiatieven, zoals de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW)”, vult Veraart aan. “Dat is in onze ogen goed gelukt. Er kwamen veel ideeën en tips naar voren. Iedereen in ons project kan nu gerichter aan de slag: hoe krijg je de juiste informatie in het juiste planproces, op het juiste moment?”
Online heeft ook voordelen
Deze eerste bijeenkomst vormde de opmaat voor een jaarlijks terugkerende bootcamp. “Hopelijk kunnen we volgend jaar weer fysiek bijeenkomen”, zegt Veraart. “Maar ook online was er al een grote wil om van elkaar te leren en elkaars perspectief te leren kennen. Mijn droom is dat we elkaar volgend jaar weer gewoon kunnen ontmoeten, en dan de meest kansrijke inrichtingsconcepten aan elkaar kunnen presenteren.”
Maar een online bijeenkomst heeft ook zo zijn voordelen, merkt hij op: “Doordat de bijeenkomst korter was, en mensen niet hoefden te reizen, hadden we uiteindelijk veel meer deelnemers dan zich oorspronkelijk hadden aangemeld.”
Meer informatie
- Geïnteresseerden kunnen de presentaties van de bootcamp per e-mail opvragen via .
- Deze video belicht het principe van dubbele dijken aan de hand van een voorbeeld uit Zeeland.
- De Coalitie Klimaatbestendige Kustlandschappen deelt kennis, ervaring en inspiratie rond de ontwikkeling en implementatie van klimaatbestendige kustlandschappen.